Pim Doesburg
Pim Doesburg, sluitpost van Sparta, PSV en Oranje is overleden. Plots vind ik mezelf weer terug op het voetbalveld. Negen jaar oud, in dat grote doel van 7,32 bij 2,44 meter, terwijl Doesburg de ene na de andere onhoudbare bal om m’n oren schiet. Oftewel: hoe mijn keeperscarrière er na een half uur alweer op zat.
Een bijzondere middag
Waarom ik op een maandagmiddag in november 1987 training kreeg van Pim Doesburg, zal voor altijd een mysterie blijven. (sidenote: Hoe ik dan weet dat het een maandagmiddag in november was? Deductie. Toen trainden we alleen op maandag, het was nat en de zon begon al onder te gaan.) , en ik deed gewoon wat er van me werd gevraagd.
Dat betekende die middag dat een grote man met me aan de slag gaat. Ik speel bij Excelsior, ben groot voor m’n leeftijd en wissel in E2 de spits af met de doelmond. Hij stelt zich voor als Pim Doesburg, voor mij geen onbekende naam. Ik moet in het doel gaan staan. Hij heeft op een meter of twintig een aantal ballen liggen.
De ene na de andere bal vliegt de linkerkruising in. Ik probeer ze tegen te houden, maar hij schiet hard en zuiver. Echt elke bal zit in de linkerkruising, niet over, niet naast, niet halverwege de doelpaal. Ik probeer van alles, maar ik kan er simpelweg niet bij. Dit heb ik nog nooit meegemaakt. Ik ken geen enkele jongen met of tegen wie ik voetbal, die zo kan schieten. Natuurlijk kan ik er niet bij. Dus wat verwacht-ie nou van me?
Onderwijl schreeuwt hij van alles tegen me. Dat ik m’n best moet doen, waarom ik iets wel of niet doe, dat die bal er ook al weer in ging. Ik onderga het, maar bedenk iets. Als ik nou dichter bij die kruising ga staan, kan ik er misschien wel bij. Ik schuif een meter op. Prompt schiet Doesburg de volgende bal strak in de andere kruising, en roept naar me waarom ik die niet pakte.
‘Ik sta m’n best te doen!’ schreeuw ik terug. Deels uit frustratie en deels in de hoop dat-ie wat makkelijkere ballen naar me wil schieten. Het tegendeel is waar. Hij blijft tegen me schreeuwen en ballen buiten mijn bereik in het doel schieten.
Dan is het klaar. Doesburgs kennersoog heeft genoeg gezien. Ik hoor er nooit meer iets van.
Fascinerende furie
De jaren erna vielen een aantal stukjes op hun plaats over deze bijzondere novembermiddag.
In de media kwamen meerdere berichten voorbij over hoe Pim Doesburg, als keeperstrainer bij Feyenoord, niks meer dan het uiterste verwachtte van de keepers die bij hem trainen. Hij botste met Ed de Goeij. Dat leek me wel knap, om te botsen met Ed de Goeij. Maar met m’n half uur ervaring met Doesburg kon ik me daar toch wel iets bij voorstellen.
En in 1998 — of 1999, daar wil ik vanaf zijn — belandde ik toevallig langs de kant bij een training van Feyenoord, toen we in het kader van de Eurekaweek een bezoek aan de Kuip brachten. Op het veld stond Pim Doesburg te schreeuwen tegen Jerzy Dudek, keeper van Feyenoord en later nog van Liverpool en Real Madrid. Ik stond er vijf minuten, en het was een vrijwel continue stroom aan litanieën. Dudek bleef stoïcijns naar de grond duiken alsof hij het allemaal niet hoorde. En misschien had-ie zich er inmiddels al van afgesloten.
Die bijzondere novembermiddag bleek bij nader inzien niet zo bijzonder. Ik had Pim Doesburg zoals-ie was en dus in volle furie en glorie meegemaakt.